De gierige gier
De gier heeft geen goede naam in Nederland. Welke andere vogel is vernoemd naar een slechte eigenschap; ‘gierigheid’, oftewel hebzucht?
Erg opwekkend ziet het er ook niet uit, een bakkeleiende groep gieren met hun bloed-bevlekte nekken, die gulzig stukken vlees rukken uit een rottend dier. De aas-etende gier wordt vanzelfsprekend ook geassocieerd met de dood. Zie je gieren cirkelen, dan is de dood niet ver weg. Akelig, vinden wij dat.
Vrijmaken van de ziel
Maar in Aziatische landen zoals Tibet, Mongolië en Nepal wordt de gier hierom juist gerespecteerd. Een veelvoorkomende manier van lijkbezorging is de zo genaamde ‘hemel-begrafenis’. De dode wordt achtergelaten op een helling of stellage, en teruggegeven aan de elementen waaruit de mens is opgebouwd; aarde, water, vuur en lucht. De gieren helpen hierbij. Vanuit het Vajrayan Boeddhisme gelooft men dat de gieren hiermee de ziel vrijmaken van zijn aardse banden, om geboren te kunnen worden in een volgend lichaam. Het voederen van de dieren met het eigen lichaam beschouwt men ook als een daad van mededogen. Het past in de boeddhistische leer, waarin alle schepselen, mens, dier en plant, zorg en respect verdienen.
Vruchtbaarheid en nieuw leven
In het oude Egypte was de gier – vooral de aasgier en de vale gier – daadwerkelijk een heilig dier. In contrast met Europa werd de gier niet met de dood, maar juist met vruchtbaarheid en nieuw leven geassocieerd, vanwege zijn felle verdediging van het nest. Moedergodinnen als Mut en Isis hadden een gier als embleem. Hun priesteressen dansten in een vogelkostuum met prachtige, witte gierenvleugels.