De kriebels krijgen

Aan het woord: ARTIS-dierverzorger Job van Tol.

Hoewel ik vogelverzorger werd, zou ik ook best graag in het Insectarium van ARTIS willen werken. Als kind was ik al gek op spinnen. Lang niet iedereen deelt die liefde voor de afdeling kriebeldieren. Sommige bezoekers slaan het Insectarium liever over, omdat de gedachte alleen ze al rillingen bezorgt. Zonde, want er is geen dierenklasse zo divers en kleurrijk als de insecten.

In het Insectarium leven naast insecten onder andere spinnen en duizendpoten. Samen behoren ze tot de stam van de geleedpotigen, een reusachtige groep met heel veel pootjes. Een insect heeft zes poten een spin wel acht. Duizendpoten en miljoenpoten hebben er nog meer, maar niet zoveel als hun namen doen vermoeden. De naamgever zal door de snel bewegende pootjes ongetwijfeld de tel zijn kwijtgeraakt en flink naar boven hebben afgerond.

Mijn favoriet in het Insectarium is de Mexicaanse roodknievogelspin, die ik op mijn ronde door het park bezoek. Terwijl het solitaire dieren zijn zie ik tot mijn verbazing door het glas twee vogelspinnen in het verblijf. Net op dat moment komt de insectenverzorger voorbij gelopen. Ik vraag haar hoe het zit. Ze begint te lachen en wijst door het glas. ´Kijk, pinguïnverzorger, deze links is de echte spin, en dit hier wàs de spin. Het is een vervelling.’ Vogelspinnen hebben een uitwendig skelet. Wanneer ze groeien passen ze niet meer in hun pantser. Ze werpen hun hele omhulsel af en gaan verder in een nieuw jasje.

Als ik naar de roodknievogelspin kijk, dan vind ik het jammer dat dit dier zo weinig wordt bewonderd. De harige poten lijken van pluche. Het zwart op de tenen wordt afgewisseld door sierlijk rode knieën, die iets weghebben van blokjes toffee. Hoewel ze maar liefst vier paar ogen hebben, is het moeilijk om het blikveld van een vogelspin te kruisen. Dat zou de reden kunnen zijn waarom niet iedereen gevoelens voor ze heeft. Misschien vinden mensen dat ze minder persoonlijkheid en verbeeldingskracht hebben dan de leeuwen, giraffen en olifanten die in de omgeving van het Insectarium leven.

Toch is er in de geschiedenis van ARTIS één Mexicaanse roodknievogelspin geweest die met de populaire zoogdieren kon wedijveren. Ik zag haar in 1998 op het Jeugdjournaal omdat ze op 1 mei de uitzonderlijke leeftijd van dertig jaar had bereikt. Het gebeurt zelden dat een vogelspin het nieuws haalt. Als het gebeurt dan is het met een sensationeel verhaal waarin vooral angst voor deze dieren wordt gevoed. Terwijl alle spinnen het juist verdienen om positief in het nieuws te komen. Spinnen leven van muggen, vliegen en zilvervisjes, waarmee ze helpen om onze huizen en tuinen leefbaar te houden.

En ook dertig jaar oude vogelspinnen verdienen niets anders dan ons respect. Toen ik de beelden op tv zag, besloot ik bij ARTIS te informeren naar de mogelijkheden om de vogelspin te adopteren . Tijdens een bezoek aan het park had ik bordjes bij de dieren zien hangen met de woorden ‘geadopteerd door’. Ze hingen vooral bij de zoogdieren, dus besloot ik voor de oude vogelspin te kiezen. Een aardige brief terug leerde me dat adoptie van de vogelspin niet helemaal overeenkwam met mijn zakgeld. Ik moest iets anders verzinnen om mijn liefde voor vogelspinnen met de wereld te delen. Het werd een spreekbeurt op school. Zesentwintig jaar later geven vogelspinnen me nog steeds de kriebels.

Job van Tol pinguin_1920x1080.jpg

Dit verhaal is door ARTIS-dierverzorger Job van Tol opgetekend als column in het magazine Hollands Glorie