ARTIS-Groote Museum ging in 1855 open voor leden van het genootschap Natura Artis Magistra. Op de bovenverdieping bevond zich het museum vol vitrines en kasten gevuld met objecten: van schelpen tot schedels en van preparaten tot skeletten. Hier werd natuur onderzocht en kennis gedeeld.

Een natuurhistorisch museum

Een museum was voor de oprichters van het Zoölogisch Genootschap Natura Artis Magistra vanzelfsprekend. Zij wilden onderzoek doen en op die wijze kennis over de natuur overbrengen. Ze startten in 1838 met het verzamelen van dode dieren en al snel ook van levende dieren. De levende dieren kregen hun verblijven in het steeds groter wordende park, terwijl voor de dode dieren een klein gebouw werd neergezet. Deze collectie groeide en al binnen enkele jaren bleek deze voorloper van het Groote Museum te klein.

Het eerste museumgebouw van Amsterdam

Het ledenaantal van het genootschap steeg flink. In 1850 werd besloten een plek van samenkomst voor de leden te bouwen. Gaandeweg ontstond het idee de bovenzalen als tentoonstellingsruimte in te richten. Zo kwam het Hoofdgebouw tot stand, nu bekend als het Groote Museum, ontworpen door architect en honorair lid van het Genootschap Jan van Maurik (1812-1893). De bouw vond in verschillende fasen plaats tussen 1850 en 1855. Hierdoor ontstond het eerste museumgebouw in Amsterdam.

Volledig gerenoveerd

Het Hoofdgebouw onderging na de sluiting in 1947 ingrijpende veranderingen, maar het bijzondere 19de-eeuwse museuminterieur van de bovenzalen bleef grotendeels intact. Het Groote Museum staat op het eerste stuk grond van ARTIS en was destijds een van de modernste gebouwen in Amsterdam. Het rijksmonument is volledig vernieuwd, gerestaureerd en aangepast aan de eisen van deze tijd. Kijk maar naar de imposante, originele vlindertrap en de vitrinedeuren. Als bezoeker loop je nu over dezelfde houten vloer waar in 1855 de leden van het genootschap overheen liepen; een ware tijdcapsule. 

Een nieuwe blik

Het Genootschap leefde in een tijd waarin men zich afvroeg wat de relatie van de mens met dat andere leven was, waarbij in de koloniale gedachte onder ‘natuur’ ook niet-westerse volkeren werden geschaard. De natuur zat achter glas, de mens stond ervoor, dit paste destijds goed bij de tijdsgeest. Nu natuurlijk niet meer.

Het monumentale museum in Amsterdam heropende in 2022 en wordt geprezen als eerste museum, dat vanuit een noodzakelijk nieuw perspectief waarin al het leven op gelijke voet wordt gesteld, een bijdrage levert aan de uitdagingen van deze tijd.