Geschiedenis van ARTIS

ARTIS is sinds 1838 een plek waar mens en natuur samenkomen. Als eerste publieke dierentuin van Nederland – en nog altijd één van de vijf oudste ter wereld – is ARTIS uitgegroeid tot een inspirerende plek middenin de stad, waar natuureducatie en -beleving hand in hand gaan.

Westerman, Werlemann en Wijsmuller

ARTIS is in 1838 opgericht als het Zoölogisch Genootschap Natura Artis Magistra door de heren G.F. Westerman, J.W.H. Werlemann en J.J. Wijsmuller. De volledige naam wordt vanuit het Latijn vertaald als ‘De natuur is de leermeesteres van kunst en wetenschap’ maar het werd in de volksmond al snel afgekort tot ‘Artis’.

De oprichting van Natura Artis Magistra

Het bevorderen van de kennis der Natuurlijke Historie

Het voornaamste doel bij oprichting was "Het bevorderen van de kennis der Natuurlijke Historie". G.F. Westerman, de drijvende kracht achter ARTIS, was boekhandelaar en uitgever. Hij was zeer geïnteresseerd in natuur en zo ontwikkelde zich bij hem het idee voor een plek in Amsterdam waar men hierover kon leren. Voor dat doel zou een dierentuin ingericht worden, maar ook kabinetten met ‘niet-levende natuur’ mochten niet ontbreken.

Een genootschap voor de gegoede Amsterdammer

ARTIS was bij oprichting een genootschap: dat hield in dat enkel leden toegang hadden. Het lidmaatschapsgeld was gelijk aan het maandloon van de gemiddelde Amsterdamse arbeider of kantoorklerk. ARTIS was in de negentiende eeuw vooral het terrein van gegoede Amsterdammers. Wel sloeg ARTIS gelijk aan: na een jaar had het genootschap al 500 leden! 

Kennismaken met exotische dieren

In openingsjaar 1838 was de diercollectie klein - een paar vogels en apen, een otter en een ‘Surinaamse boskat’ . Toen nam ARTIS het reizende beestenspul van Cornelis van Aken over: een reizend gezelschap, die stedelingen op de kermis liet kennismaken met exotische dieren. De nieuwe aanwinsten, waaronder de ‘echten Koninklijken Ceilonschen Olifant’ Jack, trokken veel bekijks en maakten van ARTIS gelijk een dierentuin van formaat.

ARTIS in de negentiende eeuw

ARTIS groeit 

In de eerste veertig jaren kocht ARTIS steeds meer grond in de Plantagebuurt. Er werd een groen wandelpark met slingerende paden aangelegd. Het Aquarium, een lang gekoesterde wens, vormde de laatste 19e-eeuwse terreinuitbreiding van ARTIS. Bij oplevering in 1881 kende het Aquarium zijn gelijke niet en het stelde een internationaal voorbeeld, dat dikwijls gekopieerd is.

Ook de verzamelingen van ARTIS, zowel levend als niet-levend, groeiden. Voor de groei van de collectie was het genootschap afhankelijk van het ledenbestand. Velen van hen hadden connecties in overzeese gebieden en zo konden zij veel dieren verkrijgen.    

Museale verzamelingen 

Ook de museale verzamelingen groeiden gestaag. Tussen 1850-1855 werd daarvoor een indrukwekkend Hoofdgebouw opgericht, later bekend als het Groote Museum. Rond 1900 bevonden zich maar liefst 10 museale tentoonstellingsruimten op het grondgebied van ARTIS. Ook vonden dikwijls concerten plaats in de zogenaamde muziekkiosk, die veel toehoorders trokken.

Negentiende-eeuws ARTIS bood zo verschillende vormen van hoogstaand vertier en was onlosmakelijk verbonden met het culturele leven. Hoewel het genootschap al snel begon met het nastreven van wetenschappelijke doelen, was het lidmaatschap van ARTIS vooral een statussymbool. Dit blijkt uit het personage Batavus Droogstoppel in Max Havelaar (1860), dat zich als welgestelde burger profileert door zijn lidmaatschap van ARTIS te noemen.

Voor alle Amsterdammers

Onder tweede directeur Coenraad Kerbert verschoof de focus van ARTIS naar de dieren, waardoor de musea uiteindelijk sloten. ARTIS werd in deze periode een centrum voor wetenschappelijk onderzoek en natuurbehoud, wat in 1905 leidde tot de oprichting van Vereniging Natuurmonumenten. De grootste verandering onder Kerbert was dat ARTIS opengesteld wordt voor álle belangstellenden: ARTIS werd ván en vóór alle Amsterdammers en onlosmakelijk met de stad verbonden.

ARTIS in de twintigste eeuw

Contouren van de moderne dierentuin 

In de jaren ’30 raakte ARTIS door de economische crisis in verval, met dalende bezoekersaantallen en inkomsten. In 1939 dreigde faillissement. De bezittingen, behalve de dieren, werd aan de stad Amsterdam en de provincie Noord-Holland overgedragen. ARTIS mocht de grond en gebouwen huren voor één gulden per jaar. Dankzij deze steun kon de tuin vernieuwen: tralies en hekken maakten plaats voor grachten en kunstrotsen. Vanaf 1931 nam ARTIS ook deel aan een soortbehoudsprogramma voor de uitgestorven wisent. Zo ontstonden de contouren van de moderne dierentuin. 

Eerste soortbehoudsprogramma's 

In de loop van de 20e eeuw veranderden ARTIS en andere dierentuinen ingrijpend. Met meer aandacht voor dierenwelzijn verbeterden voeding, verzorging en verblijven. Het ging niet langer om het tonen van zo veel mogelijk soorten. Dierentuinen evolueerden tot natuurbeschermers. Vanaf 1985 startten de eerste EEP’s (EAZA Ex-situ Programmes) voor soortbehoud. Uit samenwerking tussen ARTIS en andere Europese dierentuinen ontstond uiteindelijk EAZA, de European Association of Zoos and Aquaria.

Van oerknal tot olifant

In 1988 vierde ARTIS het 150-jarig bestaan en werd het Planetarium geopend, waarmee ARTIS de blik op de sterren richtte. In 1992 volgde het Geologisch Museum. ARTIS wilde toen al meer aspecten van de natuur belichten. ARTIS moest een tuin worden van ál het leven, van oerknal tot olifant.

ARTIS in de eenentwintigste eeuw


Uitbreiding en vernieuwing

In 1989 mocht ARTIS uitbreiden tot aan de oevers van het Entrepotdok. Rond de eeuwwisseling werden daar nieuwe verblijven, een restaurant en een dienstencentrum aangelegd. Sindsdien is ARTIS bezig met grote vernieuwingen voor de toekomst. Er wordt meer ruimte gecreëerd voor dieren en planten, educatie en erfgoed. Het park wordt in fases vernieuwd en verduurzaamd.

In de afgelopen jaren zijn veel van de 26 rijksmonumenten in ARTIS-Park opgeknapt en aangepast. Het Apenhuis (1908) is bijvoorbeeld omgebouwd tot een indoor jungle. Ook zijn er nieuwe verblijven gebouwd voor de Aziatische olifanten (2017), zwarte slingerapen (2018), goudwanggibbons (2021) en leeuwen (2023). Sinds 2021 is het monumentale Aquarium gesloten voor een grote restauratie.

Artisplein en nieuwe musea

In 2014 werd het Artisplein voor iedereen toegankelijk. Aan dit plein opende ARTIS-Micropia, het allereerste microbenmuseum ter wereld. Na 75 jaar gesloten te zijn voor publiek, heropende het Groote Museum in 2022 met een vernieuwd concept. In dit museum ervaren bezoekers de verbondenheid tussen mens, dier, plant en microbe.

Dit zijn belangrijke stappen in het toekomstplan van ARTIS, waarbij alle facetten van de natuur worden belicht: ARTIS wil zo de gehele breedte van de natuur onder de aandacht brengen.

Een plek van verbinding

Het ARTIS van de 21e eeuw is een plek waar mens en natuur samenkomen. Het is een leerplek voor jong en oud, waarbij alle zintuigen worden gebruikt. Er wordt gewerkt aan een duurzame toekomst voor onze planeet en alles wat er leeft. In een wereld waarin de relatie tussen mens en natuur kwetsbaar is, wil ARTIS liefde en zorg voor de natuur stimuleren. Daarom blijft ARTIS zich steeds vernieuwen en is het altijd in beweging.

Nieuw leeuwenverblijf in ARTIS-Park