Vicuña Vicugna vicugna
Een Andesbewoner met kostbare wol.
De vicuña is een klein, elegant familielid van de lama, die zich goed aangepast heeft aan leven op extreme hoogtes.
De vicuña in vogelvlucht
- eet
- lage grassoorten
- komt uit
- de Andes, in Chili en Peru
- uitblinker in
- leven op grote hoogte
De vicuña leeft hoog in het Andesgebergte, tussen 3500 en 5000 meter hoogte, langs de westkust van Chili en Peru. Door speciale aanpassingen, zoals een krachtig hart en bloed dat extra veel zuurstof kan binden, kan het dier in deze ijle lucht overleven.
Sociale dieren
De vicuña leeft in kleine groepen die bestaan uit een volwassen mannetje, vier tot vijftien volwassen vrouwtjes en hun jongen. Elke groep houdt er twee verschillende territoria op na; een laaggelegen voedselterritorium en een slaapterritorium hoger op de hellingen. De grenzen van een territorium worden gemarkeerd door grote mesthopen van soms wel twee meter in doorsnede.
Bijzondere wol
De Inca's wisten het al: de wol van de vicuña is fijn en kostbaar. Daarom dreven zij de dieren bijeen en schoren ze. Ook na de Incatijd, toen de Spanjaarden in Zuid-Amerika arriveerden, bleef de wol geliefd. Echter werden de vicuña's nu niet bijeengedreven en geschoren, maar bejaagd. Dat liep zodanig uit de hand dat de vicuña bedreigd werd, tot het dier officieel beschermd werd door de wet in 1825. Nu is de oude traditie van vangen en scheren weer in ere hersteld en neemt het aantal vicuña's sterk toe.
Voeding
Vicuña’s leven hoog in de bergen, waar de planten vaak hard en taai zijn. Ze eten vooral korte grassen en de blaadjes en schors van kleine, doornachtige struiken. Met hun scherpe tanden kunnen ze zelfs de hardste planten afbijten. In tegenstelling tot kamelen kunnen vicuña’s niet lang zonder water, dus vind je ze vaak in de buurt van beekjes of andere plekken met water.