In dit verhaal neemt historicus Wessel Broekhuis je mee door de geschiedenis van ARTIS. Ontdek hoe ARTIS verweven is met de Amsterdamse Plantagebuurt.

Wessel Broekhuis historicus ARTIS
Wessel Broekhuis Historicus

De Plantagebuurt en ARTIS: sierraden voor de stad 

Het ontstaan van ARTIS in de Plantagebuurt is in een langere traditie te plaatsen: dit gebied was altijd al een groen oord met cultureel hoogstaand vermaak. In de zeventiende eeuw was in dit gebied een industrieterrein geprojecteerd. Rampjaar 1672 zorgde echter voor economische malaise, waardoor een andere bestemming werd bedacht.

In 1682 besloot het stadsbestuur om de nog onbebouwde erven te verhuren als ‘pleijsiertuijnen’. Stadsingenieur Jacob Bosch verdeelde het terrein in vijftien parken met elk honderd erven. Deze waren niet bedoeld voor permanente bewoning, maar werden verhuurd, bijvoorbeeld als zomerverblijf. Er werd een centrale weg aangelegd die naar de Muiderpoort leidde: de nog altijd bestaande Plantage Middenlaan.

In hetzelfde jaar werd de Hortus Botanicus verplaatst naar de meest westelijke hoek van de Plantage. De Hortus had niet alleen een wetenschappelijke, maar ook een publieke functie en sloot aan bij de Plantagebuurt als groen cultuurgebied, dat ‘vermaek ende verbeteringe’ als doel had. 

Het onstaan van het Amsterdams zoölogisch genootschap

Het uiteindelijke ontstaan van een diergaarde in de negentiende eeuw paste goed in die visie. Toen boekhandelaar G.F. Westerman plannen vormde voor een dierkundig genootschap met bijbehorende tuin, liet hij zijn oog vallen op de Plantagebuurt. In 1838 werd voor 64.000 gulden de tuin ‘Middenhof’ aangeschaft en op 1 mei 1838 opende daar de tuin van het Amsterdams zoölogisch genootschap Natura Artis Magistra: in het Latijn ‘Natuur is de leermeesteres van kunst en wetenschap’. Hoofddoel was 'het bevorderen van de kennis der natuurlijke historie op eene aangename en aanschouwelijke wijze’.

In de daaropvolgende decennia zou ARTIS geleidelijk meer percelen aanschaffen en uiteindelijk acht van de vijftien eerdere parken beslaan. Daarom is de omtrek van de gehele tuin zo strak en rechthoekig. De hoofdentree met aansluitend de Papegaaienlaan (vernoemd naar de papegaaien die voorheen aan weerszijden van de laan op staanders getoond werden), is een restant van de voormalige Plantage Fransche

Van gracht naar vijvers

Dwars door de Plantagebuurt liep vanaf het Entrepotdok De Nieuwe Prinsengracht de binnenstad in, waarover vrachtschepen af en aan voeren. De Plantagebuurt ontwikkelde zich tot een gevarieerd gebied met zowel ‘cultureel’ en ‘volks’ vermaak: er was de Hortus, een theater en een theepaviljoen, maar er waren ook illegale tapperijen, gokhuizen en volgens overleveringen ook bordelen. ARTIS kocht vanaf de jaren 1840 ook kavels aan de overzijde van de Nieuwe Prinsengracht. Bezoekers werden met een pontje van de ene naar de andere kant van het park gebracht. Dat bleek zeer onhandig in combinatie met de scheepvaart, om nog maar te zwijgen over de matrozen die ‘s nachts de tuin inklommen. In overleg met het stadsbestuur werd de gracht daarom in 1866 omgelegd en werden hier drie vijvers aangelegd, die tegenwoordig een rijksmonument in ARTIS-Park vormen.

Kroegen en tuinhuizen 

Op de percelen die ARTIS aanschafte, stond dikwijls al bebouwing die onderdeel werd van de diergaarde. Eén van die gebouwen was herberg Eik en Linden, een kroeg van twijfelachtig allooi als we dit negentiende-eeuwse vers mogen geloven:

“ Al in de Plantage daar staat een kroeg
Al tussen de groene bomen;
Daar drinken ze laat, daar drinken ze vroeg
Daar drinken ze nooit haast jenever genoeg
Mijn lief zeit, ik mag er niet komen… ”

Toen ARTIS het kavel waar dit gebouw op stond in 1863 opkocht, werd het al snel geïntegreerd als dierverblijf en werd dit het ‘Wolvenhuis’ genoemd. Tegenwoordig zijn de Afrikaanse wilde honden hoofdbewoner. Deze voormalige herberg is eén van de locaties die ARTIS-Park zo uniek maakt – want waar elders ter wereld leven dieren in een monumentale kroeg?

Masmanhuisje

Een ander gebouw dat van vóór de oprichting dateert, is het Masmanhuisje, een tuinhuis van de familie Masman. Sinds 1863 vormt dit het centrale gebouw van de Fazanterie. De ornamenten die onderdelen van bomen weergeven, hebben  als bedoeling de bezoeker te laten begrijpen dat ook architectuur haar oorsprong heeft in natuur. 

Bebouwing in de Plantagebuurt

Tot 1859 gold in de Plantagebuurt een verbod op permanente, stenen bebouwing. Gebouwtjes waren van hout en tijdelijke aard. Huize Welgelegen (1750), aan de Plantage Middenlaan, is een zeldzaam restant van deze houten bebouwing en daarom eén van de rijksmonumenten op het ARTIS-terrein. Lange tijd werd het bewoond door een voormalige oppasser (dierverzorger) van ARTIS. tegenwoordig dient het als gastverblijf en vergaderruimte. 

De oorspronkelijke sfeer van de Plantagebuurt als groen wandel- en cultuurgebied is in ARTIS bijzonder goed bewaard gebleven. 

Dit verhaal is door Wessel geschreven voor de reeks Monumentale Verhalen uit ARTIS van De Erfgoedstem .